Categorie archief: Master of Hand Knitting level 2

Inset Pocket – Swatch #19

Het einde van de lapjesberg komt in zicht. De 1/1 boord voor #18 ligt te drogen dus dan eerst #19 doen.

Proeflapje 19 is een zogenaamde ‘inset pocket’. Ik ben niet zo gek op zakken in breiwerk. Het gaat vaak uitzakken of het wordt zo’n propperig geheel. Veel ervaring met het breien/inbreien van zakken heb ik dan ook niet.

Gelukkig vertelt de TKGA precies wat er van me verwacht wordt bij het maken van dit lapje:

1. het patroon precies volgen

2. het patroon precies uitvoeren

Met andere woorden: gewoon doen wat er gezegd wordt. Okay, aan de slag dan maar.

Eerst de rand in ribbelsteek breien. De steken moeten op een hulpdraad. Dan moet ik averechte steken opnemen van de middelste 21.

steken opnemen voor de zak - achterkant

Steken opnemen – achterkant

Steken opnemen voor de zak - voorkant

Steken opnemen – voorkant

Op de opgenomen steken moet ik 17 toeren breien. De eerste steek moet gebreid om kantsteken te krijgen die ik later kan opnemen om de zak aan het ‘pand’ vast te breien.

 

Binnenzak compleet - voorkant

Binnenzak – voorkant

Binnenzak compleet - achterkant

Binnenzak – achterkant

Nu neem ik de steken van het ‘pand’ weer op en brei de binnenzak vast aan het pand door steeds in de heengaande toer een kantsteek van de zak op te nemen.

Binnenzak en pand zijn aan elkaar gebreid

Bovenaanzicht van de zak

Bevestiging binnenzak aan pand door opnemen van kantsteken

Achterkant van de zak met opgenomen steken.

Als de binnenzak aan het pand vast zit, worden in het pand evenveel steken afgekant als de zak had. Het pand wordt verder gebreid met de steken van de binnenzak.

Swatch #19 ligt te drogen

 

Het lapje / de zak ligt nu te drogen. Ik heb echt wat geleerd: nooit geweten dat je zó een zak in breiwerk kunt maken. Ik vind het voor een zak in breiwerk niet al te propperig en het ziet er best netjes uit (al zeg ik het zelf).

Nu alleen lapje 18 nog. Dat is een halsbies-oefening. Ik moet nog wat schrijven over de fair isle polswarmer en over de geschiedenis van het breien. En dan als uitsmijter moet ik de argylsok nog maken. Deze laatste bewaar ik voor de kerstvakantie. Ik ga gewoon een paar ‘sokdagen’ inlassen.

 

 

 

 

 

Doorknippen proeflapje wristlet

Fair Isle Wristlet

Eén van de opdrachten in niveau 2 van de Master of Hand Knitting van TKGA is het breien van een Fair Isle wristlet (polswarmer). Dit keer moet ik ook echt rekening houden met de opgegeven stekenproef: 31 st = 10 cm.

Ik bestel exact her voorgeschreven garen, want ik heb geen zin om eindeloos proeflapjes te breien dus:

Garen voor de wristlet level 2.

Dan eerst toch maar één proeflapje om te zien of de aangegeven naalddikte het vereiste aantal steken per 10 cm oplevert. Ik brei de wristlet exact volgens patroon om verrassingen te voorkomen. Daarna knip ik het lapje door om het goed te kunnen meten.

Stranding on the inside

 

Doorknippen proeflapje wristlet

Bij het meten lijkt het proeflapje in de verste verte niet op de vereiste stekenproef. Ik brei nóg een lapje op een iets dikkere naald. Ook deze stekenproef is niet in orde. Nu volgt een proeflapje met de ‘stranding’ aan de buitenkant van het werk. Misschien wordt het daar wat losser van.

Stranding on the outside

Ik brei uiteindelijk vier (!) proeflapjes. Het laatste proeflapje maak ik van de twee kleuren waar ik nog het meeste van heb , om te voorkomen dat ik straks – als ik het ‘echte’ project  moet breien – te weinig garen heb.

Vier proeflapjes voor de wristlet

Ik houd nauwkeurig aantekeningen bij, want aan het breiwerk kun je straks niet exact zien hoe het gemaakt is.

Aantekeningen maken!

Ook over de dominantie van de kleur moet je nadenken, als je Fair Isle werk breit. Daar is van alles over te vinden in de ‘Fair Isle – literatuur‘ en Ysolda Teague schreef er een blog over. Het komt hier op neer: de dominante kleur wordt de kleur die je steeds van onder pakt. Dus de dominante kleur en de niet-dominante kleur draaien NIET om elkaar heen maar lopen a.h.w. langs elkaar. Dat zie je goed in de foto van het breiwerk met ‘stranding’ aan de buitenkant in het stukje hierboven. In de aantekeningen hierboven zie je dat ik in mijn linkerhand het garen heb gehouden dat steeds van onder kwam en zo dominant werd.

Uiteindelijk brei ik de wristlet. Om zeker te weten dat de afmetingen kloppen reken ik ook nog uit hoe breed de polswarmer moet worden. Zo kan ik hem op de juiste grootte blocken (is dat smokkelen?).

Eindresultaat wristlet level 2 TKGA

Nu alleen nog een hele bos draadjes wegwerken en moed verzamelen om aan de Argyle sock te beginnen.

Naden

Van niveau 2 van de Master of Hand Knitting van The Knitting Guild Association  brei je de eerste lapjes om te laten zien hoe netjes je naden kunt dichten. Verticale naden in tricotsteek en gerstekorrel worden gevraagd en twee verschillende boorden. Daarna moet je laten zien hoe je een zijkant aan een bovenkant zet. Dan volgen nog verschillende manieren om schouders te maken en dicht te maken (maar daarover later meer).

Voor de eerste zes lapjes (swatches) moet je kleine lapjes breien om later, na het blocken, aan elkaar te zetten.

Swatch #1 level 2 Master Hand Knitting

Gelukkig vind ik in allerlei handboeken goede aanwijzingen en ook op de site van TKGA vind ik drie goede artikelen die me de weg wijzen in nadenland. Tricotsteek en averechte tricotsteek zijn geen probleem (het lapje ziet er hier wat rommeliger uit dan het in werkelijkheid is!).

Gerstekorrel is al wat ingewikkelder. Ik kies een manier die bij de ribbelsteek beschreven staat in Finishing School van Deborah Newton. Dit is trouwens een boek waar ik tot nu toe al veel aan gehad heb voor dit level van de master!

#3

Op zich verspringen de steken zoals het hoort in gerstekorrel, maar ik weet niet of ik de zijkanten netjes genoeg vind om op te sturen. Ik schuif de beslissing om het opnieuw te breien nog maar even voor me uit.

Dan moet ik twee lapjes boordsteek aan elkaar zetten: 1/1 boord en 2/2 boord. Voor de laatste boord moet je voordat je het lapje gaat breien  al nadenken over de verdeling van de steken. Dit staat gelukkig ook duidelijk in de handleiding van TKGA en in één van hun artikelen.

Daarna zijn de verticale en horizontale naden aan de beurt. Hiervoor bereken ik de steek/toer verhouding om zeker te weten dat ik een mooie naad krijg. Ik reken uit dat ik van elke 5 steken voor elke derde en de vijfde steek twee dwarsdraden op moet nemen en voor de andere steken gewoon één dwarsdraad.

Het ziet er prima uit na het dicht naaien. Hopelijk vinden de ‘examinatoren’ van de Knitting Guild dat straks ook.

Meteen als ik een swatch / lapje klaar heb vul ik de formulieren in (ja, bij elk lapje moet een uitlegformulier) en beantwoord ik de bijbehorende vragen. Dat heeft wel iets weg van de administratie doen, als ik eerlijk ben. Gelukkig geeft het ook net zo’n voldaan gevoel als het klaar is.

Patroon

Nu ik besloten heb welke patentsteek ik zal gaan gebruiken voor de mouwloze trui moet er een beslissing genomen worden over het garen en over het patroon. Voor het garen ga ik Nalle van Novita gebruiken. De kleuren van het garen zijn goed: lekker helder. Het garen zelf breit heerlijk: geen “worming”, goed getwijnde draad en genoeg rek. Bovendien voelt het garen lekker aan en het is niet te dik. Dit laatste is belangrijk want breiwerk in patentsteek wordt dubbeldik, dus het garen moet niet al dik zijn van zichzelf.

Novita Nalle

 

IMG_0079

Het patroon voor de mouwloze trui mag je zelf maken, maar je mag ook een bestaand patroon gebruiken. Ik weet dat ik voor level 3 al een ontwerp zal moeten maken. Daarom besluit ik nu voor een bestaand patroon te gaan. Stapels breitijdschriften uit verschillende periodes gaan door mijn handen, maar ik kom weinig tegen dat ik zo zou kunnen gebruiken.

Tijdschriften

Gelukkig weet ik dat nog niet zo lang geleden Amy Herzog haar “Custom Fit” – website gelanceerd heeft. Haar boek “Knit to Flatter” beviel me en de site is duidelijk en overzichtelijk. Niet onbelangrijk: de foto’s van de werkstukken worden geshowd op “echte” mensen. Dus mensen met een niet helemaal perfecte pasvorm. En de truien en vesten zien er goed uit – ook op gewone mensen!

Ik meet mijn gebreide proeflapje, vul mijn wensen in op de site en koop een patroon bij Custom Fit. Zo, aan het patroon gaat het niet liggen. Als ik mijn werk voor level 2 instuur, moet ik wel het originele patroon insturen. Hmmm, gaat dat het patroon zijn met of zonder aantekeningen? Nou ja, dat is van later zorg.

Master Vest Patroon

Proeflapjes, proeflapjes, proeflapjes

Lapje 1 is aardig opgedroogd. Ik volg de instructies van TKGA en naai de twee lapjes in de lengte aan elkaar. Ik gebruik de matrassteek om de naden onzichtbaar aan elkaar te zetten (Running Thread Seam, Mattress Stitch Seam, Invisible Seam). Na de tweede poging vind ik het er prima uitzien, dus, hup, klaar! Dank je wel June Hiatt voor de duidelijke instructies.

Seaming Stockinette Stitch Swatch #1 Finished

Ondertussen probeer ik na te denken over de mouwloze trui die ik moet maken. (Hoe heet zo’n ding in gewoon Nederlands? Spencer? Slip-over?)

Eerder schreef ik al dat tricotsteek eigenlijk de moeilijkste steek is om netjes te krijgen. Daarom is dit geen optie om een heel kledingstuk van te breien. Kabels? Fair Isle? Nee, die worden al in niveau 3 gevraagd. Iets met kleur en een steek die hier en daar wat verdoezelt.

Patentsteek lijkt de uitgelezen keuze hier. Ik kan met een paar kleuren werken (om de lol er in te houden) en het weefsel laat niet elke misser genadeloos zien. Het boek en de site van Nancy Marchant zijn een grote hulp. Ik kies Three Color Flat Brioche en Three Color Stockinette Brioche om proeflapjes van te breien.

Proeflapjes Brioche

Ik probeer verschillende kleuren uit en oefen met het dichtnaaien van de zoom op de proeflapjes.

Mini Brioche Vest

Als ik denk te weten welke steek ik ga breien (Three-Color Flat Brioche), maak ik een klein mouwloos truitje. Veel aantekeningen en twee weken later kijk ik nog eens goed naar het truitje. Het trekt. Ik sla het boek van Nancy Marchant er nog eens op na. Bij de basis uitleg van de steek, de éénkleurige variant, staat dat deze steek de neiging heeft om scheef te trekken. Lekker, als ik wat beter gekeken had, zou ik dat van tevoren geweten hebben.

Nog eens op zoek in het boek Brioche Knitting vind ik de Three-Color Rosie Brioche Stitch. Ook leuk en hij trekt niet, blijkt als ik een proeflapje heb gebreid. Dit gaat ‘m worden.

IMG_0604

Master of Hand Knitting: Level 2

Oké, niveau 1  van de Master of Hand Knitting is gehaald. Ik sta zelfs in Cast On Magazine onder het kopje graduates!

Graduate Sytske

Maar er zijn nog twee niveaus te gaan. Als alles een beetje gezakt is, vraag ik niveau 2 aan bij The Knitting Guild Association. Ik download het hele pakket en ga er maar even voor zitten. Wow, wat is dit veel!

Te doen (in het herziene programma van mei 2014): 4 boekbesprekingen, een korte geschiedenis van het breien, 19 lapjes met begeleidend infoblad, 16 vragen over de lapjes, een klein Fair Isle-project (voorgeschreven), een klassieke Argyle sok (zelf bij elkaar zoeken), een mouwloze trui (zelf regelen – voorwaarden staan in de opdracht).

Ik begin maar met het organiseren van het geheel. Garen wordt besteld, ik maak een blocnote voor het bijhouden van mijn aantekeningen, elk onderdeel van de master krijgt een eigen bak (zo’n beetje). Natuurlijk is dat uitstelgedrag. Ik zal toch moeten gaan breien.

Organiseren level 2

Starten dus maar, en ook maar gewoon met lapje 1. Ik moet twee lapjes van 10 steken breed in tricotsteek breien en aan elkaar mazen/naaien. Wanneer ik aan de gang ga blijkt het (weer) wat minder makkelijk dan ik dacht. Om 10 steken netjes te krijgen, moet ik heel wat proefjes en aantekeningen maken.

Missers in lapje 1

Het ligt allemaal aan mijn draadspanning. De tips van Lana Grossa over nette kantsteken helpen, gelukkig.

De lapjes liggen nu te drogen en pas als alles droog is, kan ik zeggen of ik er tevreden over ben. 

Swatch #1 level 2

Later meer over het mazen (of over het opnieuw breien van lapje #1).