Tagarchief: draadspanning

Master of Hand Knitting: Level 2

Oké, niveau 1  van de Master of Hand Knitting is gehaald. Ik sta zelfs in Cast On Magazine onder het kopje graduates!

Graduate Sytske

Maar er zijn nog twee niveaus te gaan. Als alles een beetje gezakt is, vraag ik niveau 2 aan bij The Knitting Guild Association. Ik download het hele pakket en ga er maar even voor zitten. Wow, wat is dit veel!

Te doen (in het herziene programma van mei 2014): 4 boekbesprekingen, een korte geschiedenis van het breien, 19 lapjes met begeleidend infoblad, 16 vragen over de lapjes, een klein Fair Isle-project (voorgeschreven), een klassieke Argyle sok (zelf bij elkaar zoeken), een mouwloze trui (zelf regelen – voorwaarden staan in de opdracht).

Ik begin maar met het organiseren van het geheel. Garen wordt besteld, ik maak een blocnote voor het bijhouden van mijn aantekeningen, elk onderdeel van de master krijgt een eigen bak (zo’n beetje). Natuurlijk is dat uitstelgedrag. Ik zal toch moeten gaan breien.

Organiseren level 2

Starten dus maar, en ook maar gewoon met lapje 1. Ik moet twee lapjes van 10 steken breed in tricotsteek breien en aan elkaar mazen/naaien. Wanneer ik aan de gang ga blijkt het (weer) wat minder makkelijk dan ik dacht. Om 10 steken netjes te krijgen, moet ik heel wat proefjes en aantekeningen maken.

Missers in lapje 1

Het ligt allemaal aan mijn draadspanning. De tips van Lana Grossa over nette kantsteken helpen, gelukkig.

De lapjes liggen nu te drogen en pas als alles droog is, kan ik zeggen of ik er tevreden over ben. 

Swatch #1 level 2

Later meer over het mazen (of over het opnieuw breien van lapje #1).

 

Kabels

Kabelproeflapjes

Ik heb me voor de Master of Hand Knitting door de proeflapjes 1 t/m 12 heengebreid en kom bij de kabellapjes. De instructies van TKGA voor #13 en #14 zijn duidelijk: “These swatches contain cable patterns. They test your ability to knit cable patterns with even tension.” Daarna komen nog instructies voor lapje #15 maar die laat ik even voor wat het is.

Gelijkmatige draadspanning

Okay, kabels met een gelijkmatige spanning. Dat klinkt makkelijker dan het is, blijkt na een proef-proeflapje. Aan de rechterkant van de kabel is er niets aan de hand. De spanning is prachtig.

Links in de kabel de uitgelubberde steek

Aan de linkerkant van de kabel is de laatste rechte steek na het “kabelen” erg lang en uitgerekt. Hmmm. Ik probeer eerst of het helpt als ik de averechte steek na de kabel extra aantrek, maar dat resultaat is niet om over naar huis te schrijven.

Dan brei ik een kabelkruising en brei ik de eerste averechte steek na de kabel andersom. Ik sla de draad dus van onder naar boven om de naald. De afstand die de draad tussen de rechte en de averechte steek af moet leggen is minder groot dit maakt de laatste rechte steek misschien wel wat strakker.

Ook dit resultaat is niet helemaal in orde wat mij betreft. Ik ga op onderzoek uit. In mijn boeken vind ik weinig over die uitgerekte steek. Maar in de kabellessen op Craftsy leert Fiona Ellis me een goede truc.

Na het kabelen, haalt ze de eerste averechte steek af. Op de terugweg moet je die dan wel breien (niet vergeten!) en de steek die eerst zo uitlubberde, is na twee toeren prachtig gelijkmatig.

Mijn kabels van lapje #13 en #14 zien er geweldig uit!

Swatch #13 level 1

Swatch #13 level 1

 

Tricotsteek

Swatch #2

Lapje 2 voor Master 1 is een lapje met 1/1-boord en tricotsteek. Na het vorige lapje weet ik zeker dat dit niet “even” gedaan is. Ik lees artikelen op de website van TKGA en zoek in mijn boeken.

Boeken om voor de Master Level 1 te gebruiken.

© Sytske Corver

De schrik slaat me om het hart als ik in het dikke boek van Hiatt lees: “tricotsteek is zo’n bekende steek dat breiers de moeilijkheid van de steek onderschatten. In feite is het één van de moeilijkste steken om mooi krijgen, omdat het gladde oppervlak elke oneffenheid of elk foutje verraad”. Ze schrijft ook nog dat je tricotsteek het beste met gemêleerd garen of een onregelmatig garen kan breien, zodat je de foutjes niet ziet. Voor de master moet het lapje in een glad, licht en effen garen gebreid zijn. Nergens een plek om onder te duiken dus.

 

Oefenen met tricotsteek

Glee in averechte tricotsteek

© Sytske Corver

Het eerste lapje dat ik brei, laat gleeën zien tussen de ribbels aan de achterkant van het lapje (averechte tricotsteek). Dat ligt aan mijn draadspanning heb ik net gelezen. Dit kun je aanpakken door breinaalden van een ander materiaal te nemen, de werkdraad anders om de naald te slaan, de draad in de andere hand te houden, de steken elk afzonderlijk wat aan te trekken, een ander garen te nemen.

Ik oefen me suf en schrijf nauwkeurig op wat ik doe. Elk lapje krijgt een nummer, zodat ik terug kan vinden wat ik gedaan heb. Ik probeer breinaalden van allerlei materialen uit. De houten bevallen het best (die zijn een beetje stroef). Ik bekijk de steken extra goed en zie dat vooral de averechte steken wat aan de grote kant zijn. Na oefenen blijkt een kort rukje aan de draad na een gebreide steek de oplossing.

Keurige averechte tricotsteek

© Sytske Corver 

Kantsteek

Alleen de kantsteek, die blijft rommelig. Uiteindelijk blijkt dat het anders omslaan na de te grote steek het klusje min of meer klaart. Het draadje tussen twee steken wordt zo korter en “neemt” wat garen van de te grote steek. Deze wordt hierdoor kleiner. De kantsteken zijn netter, maar nog niet perfect.

Echt opschieten doet mijn breiwerk nu niet meer. Het breien van een proeflapje kost zo heel veel tijd. Maar ja, voor een master moet je wel je allerbeste werk inleveren staat overal in de papieren van TKGA. Na elk lapje voor mijn master mag ik van mezelf relaxt steken wegtikken aan een sok. Gelukkig hoef ik van mezelf niet meer dan één lapje per dag te doen. En soms geef ik mezelf ook een dag (of twee) vrij van de master.

Sok

© Sytske Corver

Draadspanning

Voor mijn Master of Hand Knitting heb ik garen besteld en wanneer het bestelde garen binnen is, ga ik meteen bollen winden en zet steken op. Hup, het eerste lapje (2 inch boordsteek en daarna 2 inch ribbelsteek) is klaar. Inspectie wijst uit dat het lapje minder netjes is dan ik dacht, maar blocken zal de foutjes wel wegwerken. Ik “week” het lapje en speld het op een foampuzzel.

 

Check proeflapje

Na twee dagen is het lapje echt helemaal droog. De spelden gaan er uit en het lapje wordt aan een grondig onderzoek onderworpen. Hmmm, de rand is niet helemaal netjes en de 2 recht, 2 averecht boord is ook minder mooi dan ik gehoopt had.

Foto rommelige kant 2

© Sytske Corver

Het lapje moet opnieuw en misschien is het wel verstandig om wat grondiger te werk te gaan. Onderzoek van mijn lapje naar de oorzaak van het onregelmatige breien wijst uit dat het in de kantsteken zit en dat de eerste steek van de 2 recht te groot is. Wat te doen?

 

Onderzoek

Ik doorzoek de breiboeken die ik heb. Hier en daar vind ik tips voor het gelijkmatig houden van de draadspanning. Ik probeer de tips uit en mijn breiwerk verbetert wel wat, maar ik denk nog steeds niet dat het goed genoeg is.

Op de site van The Knitting Guild Association vind ik een goed artikel en ook op het internet vind ik goede informatie. Ik vind een blog van een masterbreier met tips en een blog van iemand die level 1 gehaald heeft. Er staan foto’s bij. Nu kan ik mijn lapjes vergelijken. Mijn volgende poging is lang niet slecht en ik besluit dat proeflapje 1 goed genoeg is om in te zenden.

Proeflapje #1

© Sytske Corver