Het is heerlijk om zelf sokken te breien en nog heerlijker om deze sokken te dragen. Maar ja, als je sokken vaak draagt, slijten ze. In een vorig blog heb ik laten zien hoe je een dunne plek in een sok over kunt mazen. Maar een paar bestaat uit twee van iets. In dit geval sokken en helaas: in de andere sok is de dunne plek al een gat geworden.
Ik ga weer aan de slag uit het boekje Akte K door Agaath Sieffers. Het is een oud boekje dat ik in een kringloopwinkel vond.
Om een gat te repareren heb je het volgende nodig:
Ik doe wat er in het boekje staat:
- Hulpdraad of schering opzetten. Twee steken voor het gat beginnen.
- Hulpdraad of schering opzetten. Grote steken over het gat mazen.
- Hulpdraad of schering opzetten. Dwarslusjes onder de schering.
Als je alleen heel grote maassteken maakt met de scheringdraad is de schering na het mazen moeilijk weg te halen. Als je de scheringdraden laat zitten, is de rek uit het breiwerk. De oplossing is het maken van dwarslusjes onder de maassteken. Deze kun je later doorknippen en zo de schering er gemakkelijk uit halen.
Je maast een steek (1,2,3). Wanneer je aan de onderkant van de steek insteekt laat je de naald drie steken onder de steek naar boven komen (4). Je steekt in de steek ernaast in (5) en komt drie steken omhoog weer naar boven (6). Nu maak je weer een maassteek (7,8,9). Je herhaalt de stappen tot je twee maassteken meer gemaakt hebt dan het gat groot is.
Nu ga je met een sokkenwolletje het gat dicht mazen. Start hiervoor rechtsonder.
- Steek twee steken rechts van het gat, 1 rij onder het gat in.
- Volg de steek bovenlangs.
- Volg de steek onderlangs.
- Bij de scheringdraden maas je om de draad.
- Onderaan de steek volg je de scheringdraad.
- Maas tot de laatste scheringdraden.
Aan het einde van de eerste gemaasde toer steek je schuin om hoog voor de volgende toer. Om stevigheid te krijgen, moeten je gemaasde toeren steeds 1 steek verspringen.
Keer het werk en maas nu de teruggaande toer.
- Volg de steek.
- Nu goed opletten dat je de nieuw gemaakte steek oppakt om je steek te verankeren.
- Aan het einde van de toer weer schuin naar de volgende toer steken.
Je keert je werk weer en maast een toer, totdat het gat dicht is. Maas een toer extra boven het gat.
Nu moeten de scheringdraden nog verwijderd worden.
Aan de binnenkant van de sok kun je goed zien dat je echte breisteken gemaakt hebt.
Aan de buitenkant ziet het er weer keurig uit. Je hebt je sok gerepareerd en hij is zelfs rekbaar gebleven. Handig als het een te dragen kledingstuk is!
Ook gaatjes in truien kun je op deze manier netjes repareren. Als je een draad in dezelfde kleur neemt, zie je niets van de reparatie.