Swatch #2
Lapje 2 voor Master 1 is een lapje met 1/1-boord en tricotsteek. Na het vorige lapje weet ik zeker dat dit niet “even” gedaan is. Ik lees artikelen op de website van TKGA en zoek in mijn boeken.
De schrik slaat me om het hart als ik in het dikke boek van Hiatt lees: “tricotsteek is zo’n bekende steek dat breiers de moeilijkheid van de steek onderschatten. In feite is het één van de moeilijkste steken om mooi krijgen, omdat het gladde oppervlak elke oneffenheid of elk foutje verraad”. Ze schrijft ook nog dat je tricotsteek het beste met gemêleerd garen of een onregelmatig garen kan breien, zodat je de foutjes niet ziet. Voor de master moet het lapje in een glad, licht en effen garen gebreid zijn. Nergens een plek om onder te duiken dus.
Oefenen met tricotsteek
Het eerste lapje dat ik brei, laat gleeën zien tussen de ribbels aan de achterkant van het lapje (averechte tricotsteek). Dat ligt aan mijn draadspanning heb ik net gelezen. Dit kun je aanpakken door breinaalden van een ander materiaal te nemen, de werkdraad anders om de naald te slaan, de draad in de andere hand te houden, de steken elk afzonderlijk wat aan te trekken, een ander garen te nemen.
Ik oefen me suf en schrijf nauwkeurig op wat ik doe. Elk lapje krijgt een nummer, zodat ik terug kan vinden wat ik gedaan heb. Ik probeer breinaalden van allerlei materialen uit. De houten bevallen het best (die zijn een beetje stroef). Ik bekijk de steken extra goed en zie dat vooral de averechte steken wat aan de grote kant zijn. Na oefenen blijkt een kort rukje aan de draad na een gebreide steek de oplossing.
Kantsteek
Alleen de kantsteek, die blijft rommelig. Uiteindelijk blijkt dat het anders omslaan na de te grote steek het klusje min of meer klaart. Het draadje tussen twee steken wordt zo korter en “neemt” wat garen van de te grote steek. Deze wordt hierdoor kleiner. De kantsteken zijn netter, maar nog niet perfect.
Echt opschieten doet mijn breiwerk nu niet meer. Het breien van een proeflapje kost zo heel veel tijd. Maar ja, voor een master moet je wel je allerbeste werk inleveren staat overal in de papieren van TKGA. Na elk lapje voor mijn master mag ik van mezelf relaxt steken wegtikken aan een sok. Gelukkig hoef ik van mezelf niet meer dan één lapje per dag te doen. En soms geef ik mezelf ook een dag (of twee) vrij van de master.